Toelichting overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Bedragen x € 1.000
Onderdeel | Begroting 2026 |
|---|---|
Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is | 5.547 |
Algemene uitkeringen | 39.983 |
Dividend | 129 |
Saldo van de financieringsfunctie | 391 |
Overige algemene dekkingsmiddelen | 664 |
Overzicht algemene dekkingsmiddelen | 46.715 |
Vennootschapsbelasting | - |
Overhead | -10.134 |
Onvoorzien | -50 |
Totaal programma algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien | 36.531 |
Treasury
In dit onderdeel wordt volstaan met een korte toelichting. In de Gemeentewet is een afzonderlijke financieringsparagraaf voorgeschreven. Deze paragraaf vormt een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie.
Voor deze toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 2, paragraaf 4: Financiering.
Als gevolg van de wijzigingen in het Besluit begroting en verantwoording (Bbv) zijn alle financieringslasten en -baten met ingang van 2017 verantwoord in dit onderdeel. In de programma’s komen de financiële lasten en baten nu niet meer voor. Het financieringsresultaat komt hier ook tot uitdrukking.
Algemene uitkering
De algemene uitkering uit het Gemeentefonds wordt aangemerkt als algemeen dekkingsmiddel en wordt berekend naar de plaatselijke situatie. Basis voor deze begroting vormt de Meicirculaire 2025 van het Rijk.
Lokale heffingen
De ontwikkelingen op het terrein van de lokale heffingen komen uitgebreid aan de orde in de paragraaf Lokale heffingen. In dit onderdeel wordt volstaan met een korte beschrijving van en toelichting op de lokale -niet gebonden- heffingen: de onroerende zaakbelastingen en de toeristenbelasting. Deze heffingen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en de afvalstoffenheffing vooraf geen specifiek bestedingsdoel. Het zijn algemene dekkingsmiddelen, die vrij kunnen worden ingezet.
Gemeentelijke belastingen (algemene middelen)
1. Onroerende zaakbelastingen
Betreft een eigenarenbelasting woningen en eigenaren- en gebruikersbelasting niet-woningen. Alle onroerende zaken worden jaarlijks gewaardeerd. Dit heeft dus ook gevolgen voor de ozb-tariefberekeningen. In de ramingen 2026 wordt voor de ozb-tarieven uitgegaan van een (trendmatige) opbrengststijging van 2,1%.
2. Toeristenbelasting
Uw raad heeft in november 2023 het tarief voor 2025 vastgesteld op € 1,50 per overnachting. Deze geldt ook in 2026.
