Het college stelt elk jaar de WOZ-waarde van onroerende zaken vast. Op basis van deze jaarlijkse herwaardering worden de tarieven voor de onroerende zaakbelasting voor 2026 opnieuw berekend. Per september 2025 zijn de conceptwaarden van de herwaardering nog onvoldoende om nauwkeurige tarieven te berekenen voor het heffen van de belasting in 2026. De raad stelt de tarieven voor de onroerende- en roerende zaakbelasting 2026 uiterlijk in december 2025 vast.
Voor 2026 wordt de opbrengst (trendmatig) verhoogd met 2,1%. voorbehoud OV
Verder wordt uitgegaan van de (geactualiseerde) toename van de woningvoorraad volgens de begrotingsrichtlijnen 2026-2029. De status van diverse objecten per september 2025 is als volgt:
Aantallen te gebruiken voor bepalen tarief 2026 Olst-Wijhe (meting 5-9-2025) | |
Woningen | 8111 |
|---|---|
Garages | 205 |
Bedrijven | 487 |
Incourant | 146 |
Agrarisch | 248 |
Terreinen | 108 |
In aanbouw | 75 |
Totaal objecten | 9380 |
De tariefbepaling OZB 2026 is afhankelijk van de uitkomsten van de herwaardering met waardepeildatum 2025. Voor 2026 wordt de waarde bepaald naar het waarde niveau op 1 januari 2025. Alle onroerende zaken worden jaarlijks gewaardeerd. Op basis van deze waardering wordt in relatie tot de gewenste OZB-opbrengst het OZB-tarief bepaald. De herwaardering voor 2026 is nog niet afgerond. Er is een analyse uitgevoerd op de waardeontwikkeling. Mogelijk wordt deze nog bijgesteld na afronding van de herwaardering.
De opbrengsten worden geraamd op:
Belasting | Geraamde opbrengst in 2026 | |
|---|---|---|
OZB-eigenaar woning | € 4.115.200 | |
OZB-eigenaar niet-woning | € 913.900 | |
OZB-gebruiker niet-woning | € 566.700 | |
Totaal OZB | €5.595.800 |