Samenleving

Wat mag het kosten?

 Werk en Inkomensondersteuning

Inkomensregelingen  
Op basis van de realisatie tot en met juli 2025 is het nader voorlopige BUIG-budget 2025 (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) niet toereikend voor het totaal aan uitkeringslasten in 2025. Het aantal uitkeringsgerechtigden neemt toe en daarnaast is de plaatsing van uitkeringsgerechtigden in een dienstverband met loonkostensubsidie succesvol maar vaak duurder. Het BUIG-budget wordt jaarlijks bepaald aan de hand van landelijke ontwikkelingen en op basis van aantallen uitkeringsgerechtigden uit het jaar t-2. Hierdoor ontstaat een golfbeweging in voor- en nadelige resultaten van de uitkeringen ten opzichte van het beschikbare budget.

Voor de begroting 2026 is wel als uitgangspunt genomen dat het BUIG-budget toereikend is voor de uitkeringen. Bij overschrijding van het budget heeft de gemeente een eigen risico, daarboven geldt een vangnetregeling. In de risicoparagraaf wordt dit risico voor 2026 benoemd. Op basis van de definitieve beschikking 2025 van het BUIG-budget worden mogelijk aanvullende voorstellen gedaan in het raadsvoorstel bij de aanbieding van de begroting 2026-2029.

De ontvangen middelen voor versterking dienstverlening aan kwetsbaren als gevolg van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen (POK) zijn voor een groot deel ingezet voor capaciteit en vanaf 2026 wordt de bijdrage aan Financiën de baas hieruit betaald.

Begeleide participatie
Met invoering van de Participatiewet in 2025 is de Wsw gestopt. Er is sindsdien geen nieuwe instroom meer op de Wsw en heeft daarom een natuurlijk aflopend karakter. Hiervoor in de plaats zijn er nieuwe doelgroepen ontstaan, waaronder Beschut Werk (BW).

De omvang van de integratie-uitkering Participatie wijzigt als gevolg van de toekenning van de loon- en prijsbijstelling conform mei-circulaire 2025. De Wsw-verdeling vanaf 2025 is geactualiseerd met de realisaties van het gemiddeld aantal dienstbetrekkingen. De structurele mutaties van 2026 tot en met 2029  als gevolg van deze actualisatie zijn verwerkt in de begroting 2026.
Verder zijn er structureel extra middelen vanuit het Rijk via de Meicirculaire 2025 beschikbaar gesteld voor de Sociale infrastructuur.

Arbeidsparticipatie  
De re-integratie activiteiten nemen jaarlijks toe als gevolg van een toename van de doelgroep (Beschut werk, statushouders en doelgroepenregister). De toename van de rijksbijdrage vanuit de meicirculaire 2025 hiervoor, wordt via de algemene uitkering toegevoegd aan het participatiebudget.

Met de kadernota 2026 is het budget voor re-integratie van inwoners naar betaalde arbeid met € 70.000 structureel verhoogd om de huidige dienstverlening te kunnen voortzetten.

Daarnaast is met de kadernota 2026 structureel extra budget van € 80.000 beschikbaar gesteld voor het verder versterken van de re-integratie dienstverlening. Het aantal uitkeringsgerechtigden is namelijk de afgelopen jaren gestegen en de doelgroep heeft steeds vaker te maken met meervoudige problematiek (zoals lichamelijke-, psychische- en schuldenproblematiek). Uitgangspunt hierbij is om aan de voorkant preventief te investeren. Door meer re-integratiebudget beschikbaar te stellen kunnen de inwoners nog beter ondersteund worden in hun traject richting betaald werk en daardoor zal een deel van hen dus niet meer afhankelijk zijn van een uitkering. Door deze investering zal het budget waar de uitkeringslasten uit worden betaald niet verder oplopen en mogelijk worden teruggedrongen.

In de begroting 2026 is het re-integratie budget conform kadernota 2026 verhoogd met € 150.000.

Deze pagina is gebouwd op 11/11/2025 15:10:15 met de export van 11/11/2025 15:05:31