Onder weerstandscapaciteit wordt het geheel van middelen en mogelijkheden verstaan, waarmee niet begrote en onverwachte substantiële kosten kunnen worden opgevangen. Het is als het ware een buffer om ervoor te zorgen dat het bestaande beleid en voorzieningen niet in gevaar komen, wanneer risico’s werkelijkheid worden.
In de vastgestelde nota Reserves en voorzieningen 2021 is voorgesteld om het aantal componenten dat wordt ingezet ten behoeve van de weerstandscapaciteit opnieuw te bezien. Tot op dit moment gold de reserve Nader te bestemmen middelen als enige factor in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit. Het voorstel in de genoemde nota is om een bredere grondslag te hanteren vanaf de meerjarenbegroting 2022-2025. De wijzigingen vallen binnen de kaders van de Nota weerstandsvermogen 2013. Dit zorgt ervoor dat het ratio weerstandsvermogen verbetert.
De volgende componenten maken derhalve onderdeel uit van de weerstandscapaciteit:
1. Algemene reserve
2. Reserve nader te bestemmen middelen
Het geraamde saldo van deze reserves bedraagt is per 1-1-2026 begroot op € 11.858.540
